Nieuws

Corona en huurkorting: welke gegevens moet je aanleveren?

Sinds het begin van de coronacrisis zijn er talloze uitspraken van rechters verschenen over huurkorting. Duidelijkheid over wat nu precies van een huurder wordt verwacht in een procedure over huurkorting, was er evenwel nog niet. Welke gegevens moet je als huurder aanleveren om het recht op huurkorting te kunnen beoordelen? En hoe bereken je die huurkorting?

De rechtbank Amsterdam heeft op 15 oktober jl. een interessante uitspraak hierover gewezen.

Welke gegevens moet de huurder aanleveren?

Om de berekening van de huurkorting te kunnen maken moet de huurder in ieder geval de volgende leesbare en door een accountant goedgekeurde stukken overleggen met overlegging van een overzichtelijk schema waarin wordt verwezen naar de in de stukken genoemde relevante cijfers:

  1. de vaste lasten van de hele onderneming 2019, 2020 en 2021, onderverdeeld per maand; hieronder wordt onder meer verstaan: huur en servicekosten, pacht, onderhoud, verzekeringen, leasecontracten, abonnementen.
  2. de toegekende en ontvangen TVL in 2020 en 2021 (met vermelding van de periode waarvoor deze is toegekend);
  3. de huurprijs van huurder (met aparte vermelding van eventuele servicekosten) vanaf maart 2020 tot op heden;
  4. de omzet van de gehele onderneming van huurder in 2019, 2020 en 2021, onderverdeeld per maand;
  5. de omzetdaling per maand vanaf maart 2020 in vergelijking met de omzet van huurder , dan wel de voorgaande huurder, per maand in de periode maart 2019 tot en met februari 2020.

Verder is van belang dat de rechter voor de manier waarop de huurkorting wordt berekend, aansluiting zoekt bij de rekenmethode die het Hof Amsterdam in het arrest van 14 september 2021 uiteen heeft gezet. Bij deze methode wordt de verkregen TVL niet bij de omzet opgeteld (zoals eerder vaak wel gebeurde), maar afgetrokken van de vaste lasten. Dat resulteert uiteindelijk tot een lager percentage aan huurkorting.

Hoe bereken je de huurkorting?

Meer concreet is de rekenmethode als volgt:

  1. Eerst wordt, bij voorkeur per maand, aan de hand van het totaalbedrag aan vaste lasten en de contractuele huurprijs berekend wat het aandeel is van de contractueel verschuldigde huurprijs in het totaal aan vaste lasten, uitgedrukt in een percentage van die vaste lasten (hierna: Percentage A).
  2. Dan wordt berekend wat resteert aan totale vaste lasten na aftrek van het bedrag aan TVL waarop aanspraak bestaat. Dit restant wordt benoemd als ‘Resterende vaste lasten’.
  3. Voor de berekening van een huurkorting wordt uitgegaan van Percentage A maal het bedrag aan Resterende vaste lasten. Daaruit komt de Resterende huurprijs.
  4. Vervolgens wordt berekend wat het percentage aan omzetdaling is ten opzichte van de vergelijkbare periode in 2019 (hierna: Percentage omzetdaling).
  5. Dan wordt het bedrag van de huurkorting berekend: deze is gelijk aan 50% x het Percentage omzetdaling x de Resterende huurprijs als hiervoor bedoeld.
  6. Ten slotte wordt berekend wat de huurprijs voor de betreffende periode is na toepassing van de huurkorting.

De kantonrechter maakt in deze uitspraak heel duidelijk wat van een huurder verwacht wordt en hoe er berekend moet worden. Toch is een en ander (nog) niet in beton gegoten. De Hoge Raad zal zich binnenkort uitspreken over deze problematiek. We zullen dat moeten afwachten voordat er echt duidelijkheid bestaat.

De verwachting is dat in elk geval de hiervoor weergegeven rekenmethode ook door de Hoge Raad zal worden gevolgd. De procureur-generaal , die de Hoge Raad hierover heeft geadviseerd, gaat in zijn advies namelijk uit van de rekenmethode. We wachten het af!

Heb je vragen over huurkorting? Neem gerust contact met ons op! Ook met andere vragen over huurrecht of vastgoed kun je natuurlijk terecht bij onze advocaat huurrecht in Nijmegen, Dennis van Alst.